“Niet zeuren” – column van Lotte Bloemendaal

Lotte Bloemendaal is columnist bij Radio 509. Daar vertelt ze in haar columns over het dagelijks leven met een visuele uitdaging. Eerder schreef zij voor We Are Ctalents al over haar ervaringen in de kantoorjungle. Dit keer schrijft Lotte over zeuren. 

Maandagmorgen. Ik voel me niet uitgerust als om 5 uur de wekker gaat. Op het werk loopt de computer de ene na de andere keer vast, blijkt een bestand waaraan ik de vorige week een paar uur heb gewerkt om duistere redenen niet goed opgeslagen te zijn, spuugt hond Nik ’s middags op het tapijt (ben bang dat dat mijn carrière geen goed doet) en rijdt de trein, waarvan ik te laat merkt dat hij 30 meter verderop staat, voor mijn neus weg.

Wet van Murphy, kennen we allemaal. Doet me zo denken aan dat fantastische lied op tekst van Annie M.G. Schmidt: niet zeuren! Ze doet een stel verrukkelijk schandalige suggesties om je leed te compenseren. Welke zal ik eens gaan proberen? Ik duw een oud dametje van het trottoir, nee, van het perron af;  of ga naar het postkantoor en spuug door het loket. Heerlijk! Zo jammer dat er geen postkantoren meer zijn.

Ik denk dat velen van onze generatie zijn opgegroeid met het adagium: niet zeuren, toen het nog niet zo gewoon en zelfs wenselijk werd gevonden om over de dingen te praten. Emoties voelen, nou ja dat is waarschijnlijk onvermijdelijk, maar laten zien…

Eerst doen wat er gedaan moet worden, dan pas huilen., verkondigde mijn vader naar eigen zeggen. Ik kan me dat niet zo letterlijk herinneren, maar ik weet nog heel goed dat ik een maand of 2 geleden merkte dat ik soms ver ga in het niet toegeven aan pijn en gewoon doorgaan.

Het was natuurlijk mijn eigen schuld. Al bellend, niet eens hands-free, droogde ik Nik voor mijn deur af met eén hand. Ik verloor mijn evenwicht en viel over mijn drempel heen naar binnen. Dat lijkt misschien niet zo erg, maar mijn drempel is 15 cm hoog. Dat moet wel als je gemiddeld 5 meter onder zeeniveau woont.

Ik raspte met mijn scheen been over de rand en plofte op mijn elleboog met mijn volle gewicht, maar  onderbrak mijn gesprek niet en praatte gewoon door alsof er niets aan de hand was. Mijn gesprekspartner vroeg niet wat er gebeurde, dus ik neem aan dat het me is gelukt om mijn val goed te maskeren. Pas toen ik had opgehangen wilde ik wel toegeven dat het flink pijn deed en ben ik de schade gaan inventariseren, die aanzienlijk was.

Toen ik het verhaal aan bevriende lotgenoten vertelde, ontmoette ik veel herkenning. ‘Doe ik ook’, was een veel voorkomend antwoord. Eigenlijk niet eens alleen omdat je geleerd hebt niet te zeuren, zeiden sommigen, maar ook omdat je de hevig bezorgde aandacht van eventuele omstanders liever vermijdt.

Als je blind door het leven gaat en je wilt van alles, ligt je pijngrens letterlijk en figuurlijk misschien wel wat hoger dan gemiddeld. Je valt en botst vaker en raakt eraan gewend om altijd door te gaan, ondanks grote en kleine obstakels. Dat dit je fysieke en psychische gezondheid op de lange duur kan ondermijnen, lijkt me evident, het incasseringsvermogen kent grenzen.

Toch vind ik ‘Niet zeuren’ een heel nuttig uitgangspunt. Het helpt je opstaan na de val. Net als een dier breng je jezelf eerst in veiligheid, voordat je je wonden gaat likken. Maar lekker even zeuren is ook niet vies, vooral samen met vrienden. Alleen neem ik mezelf niet meer zo serieus, het zijn immers maar kleinigheden: de hond die op het vloerkleed op kantoor kotst!

Auteur: Lotte Bloemendaal